Nieuws

11 november 2024

Kwartiermaker Dirk Grevink aan het woord

In deze rubriek laten we mensen achter Reizen door Zeeland aan het woord. Wie werken er allemaal aan het publiek vervoerssysteem? In deze editie gaan we in gesprek met Dirk Grevink. Hij is kwartiermaker voor publiek vervoer Zeeland. Wat houdt dat in? En wat zijn Dirks plannen? Hij legt het uit.
Kwartiermaker publiek vervoer Dirk Grevink

Dirk Grevink heeft aan verschillende succesvolle projecten gewerkt. Zo was hij betrokken bij de oplevering van de Westerscheldetunnel en het tolbedrijf. Later is hij algemeen directeur geweest van MaaS-dienstverlener Turnn en heeft hij gewerkt bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Bij het ministerie heeft hij het programma publiek vervoer vormgegeven. Vanuit deze functie zat hij ook in de kopgroep RMS. En nu is hij sinds een paar maanden kwartiermaker. In die rol is de eerste stap om de voorbereidingen te treffen voor de rol die de Mobiliteitscentrale moet gaan vervullen.

Een kwartiermaker? Wat houdt die functie precies in?

“Het is een nieuwe functie binnen de RMS, het geeft dus in ieder geval aan dat we met iets nieuws bezig zijn. Mobiliteit is altijd mijn grote passie geweest. Vanuit mijn vorige functie bij het ministerie van IenW constateerde ik dat het project een kwartiermaker nodig had. Dit heb ik aangekaart bij de kopgroep RMS (de kopgroep bestaat uit ambtenaren van het ministerie IenW, wethouders en gedeputeerde Van der Maas). Ik zag dat het proces een impuls en frisse energie kon gebruiken. Bovendien moet het bedachte systeem door overheden ook gewoon uitgevoerd gaan worden. Ik kon toen nog niet bevroeden dat ik in april van dit jaar een telefoontje kreeg met de vraag of ik interesse had om kwartiermaker te worden. Hoewel ik het echt naar mijn zin had bij het ministerie van I&W, vond ik dit een geweldige uitdaging om mee aan de slag te gaan. Als kwartiermaker is het mijn taak om te kijken hoe we de mobiliteitscentrale als spil in het publiek vervoerssysteem het beste kunnen vormgeven, zodat we de reiziger optimaal kunnen bedienen.”

Wat zijn jouw plannen als je kijkt naar wat er op tafel ligt?

“Het nieuwe publiek vervoer wordt opgebouwd rond drie vormen van vervoer: de dienstregeling met de bus, boot en trein, vraaggestuurd vervoer en deelmobiliteit. Het vraaggestuurde deel noemen we Flex. Er zijn plekken in Zeeland die momenteel niet goed bereikbaar zijn. Dat gaan we verbeteren. De mobiliteitscentrale moet ervoor zorgen dat voorzieningen bereikbaar zijn en dat de reiziger tevreden is over de manier van reizen. We proberen een juiste balans te vinden tussen de dienstregeling, vraaggestuurd vervoer en deelmobiliteit, zodat we een maximale bereikbaarheid kunnen garanderen. Voor de start van de nieuwe OV-concessie in 2027, willen we het volledige systeem van publiek vervoer uitrollen in heel Zeeland. Hier beginnen we al mee vanaf begin 2025.

In de mobiliteitscentrale komt een team van mensen te zitten die zorgen voor een goede klantenservice. Mensen kunnen bellen om hun reis met Flex te boeken. Daarnaast kijken we ook op basis van data hoe we slim de dienstregeling kunnen gebruiken, het vraaggestuurde vervoer kunnen invoeren en hoe we hubs optimaal kunnen inrichten met deelmobiliteit. Zeeland moet straks zeven dagen per week, van 06.00 tot 23.00 uur, goed publiek vervoer bieden aan de Zeeuwse bewoners en bezoekers.”

Dat zijn ambitieuze plannen

“Jazeker. Er zijn nu ongeveer 1.800 mensen die gebruikmaken van de Gemeentelijke Vervoercentrale (GVZ). Dit zijn voornamelijk mensen met een WMO-indicatie. Deze dienst gaan we straks uitbreiden met vraaggestuurd vervoer. Dit aantal kan dus straks zomaar oplopen naar 5.000 tot 10.000 mensen per dag. Dat vraagt om slimme algoritmes die dat goed kunnen plannen. Het plannen moet ervoor zorgen dat je een optimale bezetting hebt van Flex en tegelijkertijd de wachttijd voor de reiziger minimaliseert. Daarnaast hebben we ook te maken met kwetsbare groepen en ouderen. Die zijn gewend aan een bepaalde manier van boeken en betalen. Ook dat blijven we gewoon ondersteunen. Mensen met een WMO-indicatie, maar ook andere reizigers, kunnen nog steeds bellen met de mobiliteitscentrale en gebruikmaken van het systeem met automatische incasso. Dat blijft dus zoals het is. Die drempel blijft heel erg laag.”

Je kunt straks zowel via een app als telefonisch je reis boeken?

“Dat klopt. Het mooie is ook, als je jouw reis via de app boekt, dan kan je via een live locatie zien waar jouw busje rijdt. Dat geeft de reiziger vertrouwen. De klantvriendelijkheid en toegankelijkheid van de app is daarmee enorm belangrijk. De app moet voor iedereen te gebruiken zijn, zowel voor oma die naar de kapper wil gaan, studenten die naar hun stageplek willen reizen als toeristen.”

Hoe zien de stappen richting de start van het nieuwe vervoerssysteem eruit?

“We zijn al volop bezig met de uitrol van publiek vervoer. Dat begon eigenlijk al met het vaststellen van de RMS, maar we maken het nu concreet. Aan mij is het de taak om de volgende stappen rond de invoering goed te regelen. Dit zijn we nu al aan het testen bij de Gemeentelijke Vervoercentrale. We starten vervolgens in januari op Schouwen-Duiveland. In de loop van het jaar willen we daar regio’s aan gaan toevoegen.”

Hoe staat het met de app?

“Het ministerie van IenW is een app aan het ontwikkelen. Hier willen we straks in Zeeland ook gebruik van maken. Hiervoor is in 2023 vanuit het Rijk geld beschikbaar gesteld. Het wordt echt een Zeeuwse app. Zeeland kan daarmee nadrukkelijk een voorbeeld zijn voor hoe je het landelijk gaat vormgeven. Met de collega’s van communicatie zijn we al aan het nadenken over bijvoorbeeld de naam, herkenbare kleuren, zichtbaarheid van de app voor reizigers etc. De app is als het goed is in januari 2025 klaar voor gebruik.”

Als we over een paar jaar terugkijken, wat hoop je dan te hebben bereikt?

“Dat zijn veel dingen. Laat ik beginnen dat ik hoop dat het publiek vervoer in Zeeland echt een voorbeeld is voor de rest van Nederland. Hier ga ik mijn uiterste best voor doen. Ik zou het fantastisch vinden als meer Zeeuwen de weg vinden naar publiek vervoer. Ik hoop gewoon dat we iets duurzaams neerzetten waarmee we ook in het buitengebied de bereikbaarheid vergroten. Tegen OV-tarief, ook niet onbelangrijk.

Ik heb er alle vertrouwen in dat dit gaat lukken. Ik geloof namelijk in de RMS en dat we mobiliteit met elkaar anders moeten vormgeven. In mijn ogen moet het openbaar vervoer er in de toekomst zo uit komen te zien. Als je dan de kans krijgt om daar mede invulling aan te geven, dan krijg ik daar een glimlach van op mijn gezicht.”