Nieuws

1 juli 2024

10 vragen over de aanbesteding van de Zeeuwse buslijnen: van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat overal naartoe

Met ingang van vandaag kunnen maatschappijen zich inschrijven om vanaf eind 2026 het busvervoer in Zeeland te verzorgen. Eind oktober wordt duidelijk wie er hebben gereageerd en in januari 2025 kiest de Provincie met welke vervoerder zij in zee wil. In tien vragen zetten we hier op een rijtje hoe het ook alweer zat met de aanbesteding van het busvervoer.
Bus Middelburg

Waarvoor is een aanbesteding nodig? Er rijden toch al bussen van Connexxion?

In Zeeland bepaalt het provinciebestuur welke onderneming het openbaar vervoer in de regio mag verzorgen. Dat wordt geregeld in een concessie, een exclusief contract voor een bepaalde tijd. In de concessie staat hoeveel en welke bussen waar en wanneer moeten gaan rijden en welke vergoeding hier tegenover staat. Want er zijn wel inkomsten van reizigers, maar openbaar vervoer is duur en er moet altijd geld van de overheid bij. De huidige concessie, die is afgesloten met Transdev/Connexxion, loopt eind 2026 af. Connexxion kan zich weer inschrijven voor de nieuwe periode, die begint op 13 december 2026 en duurt tot eind 2038.

Maar anderen kunnen dat ook?

Ja, dat is het idee achter een aanbesteding. Een opdrachtgever (in dit geval dus de Provincie) stelt een programma van eisen op en geeft aan wat het maximale bedrag is dat er jaarlijks aan wordt uitgegeven. Voor het Zeeuwse openbaar vervoer is het plafondbedrag 28,9 miljoen euro. De vervoersmaatschappij met de aantrekkelijkste aanbieding – zowel in prijs als kwaliteit – wint de aanbesteding. Ondernemingen hebben tot 30 oktober de tijd om hun voorstel in een kluis te deponeren. Pas als die opengaat, op 30 oktober om vijf over twaalf, weet de Provincie wie zich hebben ingeschreven.

Kan het ook dat niemand zich inschrijft?

Jazeker. De huidige concessie liep eigenlijk tot eind dit jaar. Toen vorig jaar oktober de kluis openging, bij de aanbesteding die toen liep, bleek dat geen enkele partij zich had aangemeld om het Zeeuwse busvervoer te verzorgen. Door een bepaling in de overeenkomst met Connexxion kon de huidige concessie met twee jaar worden verlengd. Dit is dus een tweede poging.

En waarom zouden partijen zich nu dan wel inschrijven?

Omdat de Provincie het pakket aantrekkelijker heeft gemaakt. De concessieperiode is verlengd van 8 naar 12 jaar. Zo krijgt een busonderneming langer de tijd om haar investeringen terug te verdienen. Er is sowieso 2 miljoen euro (per jaar) extra uitgetrokken voor het busvervoer. Busmaatschappijen krijgen bovendien langer de tijd om het Zeeuwse wagenpark te verduurzamen. Was het eerst de bedoeling dat vanaf 2027 geen enkele bus nog schadelijke broeikasgassen zou uitstoten, dat is nu 2030 geworden, en voor buurtbussen en een deel van de schoolbussen nog later. Deels komt dit doordat het Zeeuwse elektriciteitsnet vol is, maar ondernemingen kunnen nu ook hun investeringen slimmer plannen. De Provincie wil de nieuwe vervoerder ook een handje helpen met de verduurzaming door oplaadpunten voor bussen voor te bereiden in Goes, Middelburg, Zierikzee, Terneuzen en Sint Maartensdijk. Daar is nu meer tijd voor. Ook is de dienstregeling verbeterd, wat onder meer gunstig is voor de roosters van chauffeurs.

Er verdwijnen toch ook buslijnen?

Inderdaad. Er zal een aantal lijnen, waar nu grote bussen rijden, ophouden te bestaan. Dat betekent niet dat de reiziger slechter af is. De provincie en gemeenten willen het openbaar vervoer in Zeeland juist verbeteren. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat moet elk dorp bereikbaar zijn, iets wat nu helemaal niet kan. Met het spoor en de Westerschelde Ferry vormen de buslijnen de ruggengraat van het Zeeuwse OV. Ze gaan reizigers snel vervoeren tussen stations en opstapplaatsen (hubs) die voor het merendeel buiten en niet in de dorpen liggen. Naast de vaste routes van bus, boot en trein, zorgt de provincie in samenwerking met de gemeenten voor een systeem van fijnmazig en flexibel vervoer op bestelling (telefonisch of via een app). Daaronder vallen bijvoorbeeld de Flex, deelfietsen en deelauto’s. Reizigers kunnen dan zeven dagen per week van ’s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat praktisch overal heen waar ze naartoe willen.

Bestaat dat al ergens?

Nee. Het is een ambitieus plan, waarvoor nog veel moet worden geregeld en uitgeprobeerd. Uit andere regio’s is er interesse, omdat de bereikbaarheid van dorpen en kernen overal onder druk staat. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat denkt dat Zeeland een voorbeeld kan worden voor de rest van Nederland als het gaat om publiek vervoer. Dat is de term die de overheid tegenwoordig gebruikt voor al het vervoer dat zij (mede) betaalt en dat niet alleen volgens een dienstregeling rijdt. Omdat het Zeeuwse vervoerssysteem in Den Haag wordt gezien als een proefproject voor de rest van het land, is er 6 miljoen euro aan rijksgeld in gestoken.

Het wordt nog wel wennen, toch?

Natuurlijk. Daarom worden de Zeeuwen goed bij alle plannen betrokken. Op het eerste busplan, dat dus eind dit jaar in had moeten gaan, waren flink wat aanmerkingen. Daarom zijn in de nieuwe opzet, die nu wordt aanbesteed, minder buslijnen geschrapt. Na een eerste presentatie daarvan in maart is uitvoerig gesproken met gemeentebesturen, wegbeheerders, dorpsraden en reizigersorganisaties, waardoor nog wat verbeteringen zijn doorgevoerd. Ook bij de invoering van het flexvervoer worden Zeeuwen nauw betrokken. Nu de nieuwe concessie later ingaat, is er meer tijd om dat zorgvuldig voor te bereiden.

Maar de Bredabus, waarover veel te doen was, verdwijnt nu toch al?

Dat is geen lijn die wordt geschrapt, maar een die nu al is verbeterd. De Bredabus heeft decennia lang reizigers – vooral studenten - vanuit de gemeente Hulst via Antwerpen naar Breda gebracht. Het rijden via Antwerpen wordt alsmaar lastiger, onder meer door grootschalige wegwerkzaamheden. Dus rijdt de bus met ingang van deze maand door de Liefkenshoektunnel naar Roosendaal, waar reizigers de trein kunnen pakken richting Breda. Dat is een kwartier sneller.

Ondernemingen weten nu dus welk busvervoer ze moeten aanbieden. Waarom wint niet gewoon degene die dat het goedkoopst kan?

Omdat dit geen bezuinigingsoperatie is. De plannen die bedrijven indienen worden vergeleken en op diverse onderdelen kunnen punten worden verdiend. De prijs is 40 procent van het geheel, dus de kwaliteit is per saldo belangrijker. Daaronder vallen diverse zaken, van het comfort in de bus tot de betrokkenheid van het midden- en kleinbedrijf. Het is wel zo dat bedrijven die een aanbieding doen duurder dan het plafondbedrag het hoe dan ook afleggen tegen ondernemingen die daar onder blijven.

Zeeland blijft wel op de centjes passen.

Dat is altijd verstandig. De Provincie heeft gekozen voor een opzet die de bereikbaarheid in Zeeland aanzienlijk verbetert, en toch betaalbaar is, zowel voor de overheid als voor de reiziger.